Downloads

Op deze pagina vindt u een overzicht van rapporten die u kunt downloaden. Om ze te kunnen openen heeft u de Adobe Reader nodig. Een reactie op een rapport wordt op prijs gesteld.

1a. Natuurvisie Spaarnwoude 2010

1a. Natuurvisie Spaarnwoude 2010

Ben Kruijsen, 2010.

De natuurvisie voor het gehele recreatiegebied Spaarnwoude uit 2000 is herijkt in 2010. Bij de visie zijn nu ook betrokken de Tuinen van West, een nieuw recreatiegebied aan de westkant van Amsterdam en nieuwe recreatiegebieden in de westflank van de Haarlemmermeer. Vanaf 2010 geldt de visie voor het recreatieschap als leidraad voor haar natuurbeheer.

download dit rapport (10.0 MB)

1b. Natuurtoets bij Hauwert, West-Friesland

Ben Kruijsen, 2005.

In 2005 zijn twee landbouwgebieden op natuurlijke aspecten onderzocht. Beide deelgebieden stonden op de nominatie voor nieuwe woningbouwlocaties.

download dit rapport (940.0 kB)

1c. Natuurtoets kampeerterrein bij Wijdenes

1c. Natuurtoets kampeerterrein bij Wijdenes

Ben Kruijsen, 2007

De natuur van de camping is onderzocht, omdat er plannen bestaan het terrein om te vormen tot een terrein met recreatiewoningen. Er is ook aandacht besteed aan relaties met een nabijgelegen Natura2000-gebied.

download dit rapport (950.0 kB)

1d. Natuurtoets aanleg fietspad Houtrak

1d. Natuurtoets aanleg fietspad Houtrak

Ben Kruijsen, 2008

In het parkachtige gebied Houtrak, onderdeel van recreatiegebied Spaarnwoude, is men voornemens een nieuw fietspad aan te leggen. Het tracé doorkruist bos, grasland en een rietveld. In de natuurtoets zijn de effecten van de aanleg op de natur van elk deeltracé onderzocht. Later is ook getoetst of de noordse woelmuis in het rietveld voorkomt. Dat bleek niet het geval.

download dit rapport (1.3 MB)

1e. Natuurtoets Hembrugterrein bij Zaanstad in 2003

1e. Natuurtoets Hembrugterrein bij Zaanstad in 2003

Ben Kruijsen, 2004

In 2003 is de natuur van het voormalige Defensieterrein en het terrein van munitiefabriek Eurometaal onderzocht. De vegetaties herbergen door de aanwezigheid van kleibodems algemene planten van voedselrijke bodem. Bijzondere mossen komen niet voor. In het oude loofbos komt een gevarieerde broedvogebevolking voor met o.a. veel winterkoningen, havik, buizerd én een blauwe reigerkolonie. Van de 14 soorten dagvlinders is ook de kleine vuurvlinder aangetroffen. Een aanzienlijk deel van de nachtvlinderfauna bestaat uit soorten die gebonden zijn aan populier, wilg en zwarte els. Verder nogal wat cultuurvolgers. In een schrale graslandvegetatie komt een populatie van de dagactieve sint-janskruidblokspanner voor. Bij de libellen is op een aantal plaatsen jagend langs de bosrand de rode lijstsoort vroege glazenmaker waargenomen. Bij de landzoogdieren is het voorkomen van bunzing, wezel en bruine rat het vermelden waard. Er komen tegen de verwachting in géén kolonies verblijvende vleermuizen voor. Wel jagende (ruige) dwergvleermuizen en een enkele laatvlieger.

download dit rapport (3.2 MB)

1f. Natuurtoets Guisveld in 2002

1f. Natuurtoets Guisveld in 2002

Ben Kruijsen met medewerking van Piet Zumkehr (nachtvlinders) en Mark Kuiper (zoogdieren)

In 2002 is het zuidoostelijk deel van het Guisveld onderzocht op het voorkomen van flora en fauna met extra aandacht voor beschermde soorten binnen groepen als hogere planten, broedvogels, zoogdieren (vleermuizen en noordse woelmuis), libellen, dag- en nachtvlinders en sprinkhanen.

download dit rapport (3.6 MB)

2a. Vijf jaar onderzoek op de Liniedijk bij Spaarndam

2a. Vijf jaar onderzoek op de Liniedijk bij Spaarndam

Ben Kruijsen, 2006

In de periode 2001-2005 zijn delen van de de Liniedijk en Fort Bezuiden Spaarndam op flora, vegetatie en dag- en nachtvlinders onderzocht. In het onderzoeksgebied komen zo'n 14 dagvlindersoorten voor. Daarnaast zijn er maar liefst 355 soorten nachtvlinders aangetroffen. Hierbij bijzondere soorten die we vrijwel uitsluitend in schrale duingraslanden tegenkomen, logisch want hun waardplanten staan op de dijk. Ná 2005 is het monitoringonderzoek tot en met 2008 voortgezet. Elders in de downloadlijst staat het rapport over de periode 2001-2008. Dit rapport is in januari 2009 afgerond.

download dit rapport (500.0 kB)

2b. Natuurmonitoring Liniedijk en forten bij Spaarndam 2001-2008

2b. Natuurmonitoring Liniedijk en forten bij Spaarndam 2001-2008

Ben Kruijsen, Piet Zumkehr en Jaco Diemeer, 2009.

De natuur van de Liniedijk en de forten wordt gekenmerkt door waardevolle vegetaties die zich hier konden ontwikkelen dankzij een extensief graslandbeheer op een kalkhoudende zavelbodem. De soortenrijke graslandvegetaties staan garant voor een interessante insectenfauna met een goed ontwikkelde vlinderfauna bestaande uit 14 soorten dagvlinders en meer dan 400 soorten nachtvlinders. Er zijn verschillende libellen jagend op de dijk aangetroffen zoals lantaarntje, paardenbijter, heidelibellen en de vroege glazenmaker, een Rode lijst soort . De Liniedijk is als lijnvormig en reliëfrijk landschapselelement met een rijke insectenbevolking een aantrekkelijk gebied voor jagende vleermuizen waarvan er 5 soorten zijn vastgesteld. De verruigde vegetaties van de forten kunnen zich ontwikkelen tot botanisch waardevol grasland indien extensief begrazingsbeheer of maaibeheer wordt ingesteld.

download dit rapport (810.0 kB)

2c. Nachtvlinders van de Liniedijk in de periode 2001-2008

2c. Nachtvlinders van de Liniedijk in de periode 2001-2008

Piet Zumkehr, 2008.

In de periode van 2001-2008 heeft het adviesbureau de monitoring op de Liniedijk bij Spaarndam uitgevoerd van flora, vegetatie en dagvlinders. Piet Zumkehr heeft de nachtvlinders onderzocht. Hierbij is aandacht besteed aan zowel macro- als micronachtvlinders. Onderzoeksmethoden waren: vangen met licht, slepen met een net en zichtwaarnemingen van bladmijnen. Dit rapport omvat alle soorten uit de onderzoeksperiode. Het zijn maar liefst ruim 400 soorten.

download dit rapport (30.0 kB)

2d. Ontwikkelingen in duinvalleivegetaties in de Kennemerduinen en het Kraansvlak

2d. Ontwikkelingen in duinvalleivegetaties in de Kennemerduinen en het Kraansvlak

Ben Kruijsen, 2005

De ontwikkelingen in de vegetaties van vochtige duinvalleien in de Kennemerduinen en het Kraansvlak in de periode van 1998 tot en met 2004 worden in dit rapport geanalyseerd.
In 13 van de 34 valleilocaties is een positieve ontwikkeling van karakteristieke vegetatietypen geconstateerd. De zeldzame Knopbies-associatie ontwikkelt zich goed in een tweetal valleien. Hier en daar zijn er aanzetten voor de karakteristieke pioniervegetatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia. Zonder aanvullend beheer ligt bij stijgende waterstanden verruiging "op de loer".
Waardevol, laag duingrasland treffen we aan in de droge delen van een aantal valleien.

download dit rapport (4.5 MB)

2e. Ontwikkelingen in duinvalleivegetaties in Duin en Kruidberg

2e. Ontwikkelingen in duinvalleivegetaties in Duin en Kruidberg

Ben Kruijsen, 2005

In de periode 1999-2004 zijn de ontwikkelingen in de vegetaties van vochtige duinvalleien in Duin en Kruidberg onderzocht. In zes van de 17 onderzoekslocaties is een toename van bijzondere plantensoorten waargenomen. In een drietal valleien zijn karakteristieke vegetatietypen tot ontwikkeling gekomen. Zonder aanvullend beheer ligt bij stijgende waterstanden verruiging "op de loer".

download dit rapport (3.8 MB)

3a. De natuur van de Beemster

3a. De natuur van de Beemster

Ben Kruijsen, 2007

Het rapport beschrijft de huidige  natuur van de Beemster en dient als basisdocument voor een nieuw bestemmingsplan. De Beemster is een droogmakerij en vooral een landbouwgebied. De droogmakerij is omgeven door polders met hoge natuurwaarden zoals de Eilandspolder. Een aantal natuurwaarden in de Beemster vindt haar oorsprong in het "uitstralend effect" van de natuur van deze omliggende polders die hierbij als brongebied fungeren. Dit geldt de weidevogelbevolking en de aanwezigheid van de noordse woelmuis langs de ringvaart. Belangrijke natuurwaarden van de Beemster zelf zijn de voortplantings- en overwinteringslocaties van vleermuizen. Voorts fungeert het netwerk van wegen met oude laanbomen en sloten en weteringen als jacht- en doorgangsgebied voor vleermuizen. Daarnaast is ook de visfauna van de ringvaarten van enige betekenis.

download dit rapport (2.9 MB)

3b. De natuur van de Veer- en Waarderpolder

3b. De natuur van de Veer- en Waarderpolder

Ben Kruijsen, 2007

De Veer- en Waarderpolder bij Haarlem zijn polders die grotendeels voor de recreatie zijn ingericht. In de Waarderpolder ligt nog een restant van een oude kreek, het Vuilrak. Ondanks intensief recreatief gebruik is er bijzondere natuur in het onderzoeksgebied aangetroffen. We hebben het dan over botanische waarden in vochtige graslanden en wegbermen ten zuidwesten van de Veerplas, een soortenrijk hooiland ten noorden van het Vuilrak en heischrale, natte vegetaties in de Oeverlanden aan de Liede, een hoge dichtheid aan dwergmuizen in de rietvelden en lokaal een gevarieerde libellenfauna. We verwachten de noordse woelmuis, maar die is (nog) niet aangetroffen. Het rapport bevat veel kaarten. Hoofdproducten zijn twee natuurkaarten welke een compilatie vormen van alle natuuraspecten.

download dit rapport (3.6 MB)

3c. De natuur van het Westhoffbos bij Spaarndam

3c. De natuur van het Westhoffbos bij Spaarndam

Ben Kruijsen, 2008.

De natuur van dit loofbos op klei is in 2008 onderzocht. Er komt een gevarieerde broedvogelbevolking voor met een hoge dichtheid aan winterkoningen en grote bonte spechten. Bijzonder zijn de territoria van appelvink en ..... de matkop. De wielewalen van vroeger zijn verdwenen. Amfibieën ontbreken als gevolg van de slechte waterkwaliteit en het brakke karakter van de sloten. De insectenfauna is beperkt. Meest opmerkelijke waarnemingen betreffen de zich voortplantende houtpantserjuffers en het voorkomen van bonte zandogen die in de regio sterk in opmars zijn en het hooibeestje. Er komen een aantal algemeen beschermde kleine landzoogdieren voor en drie soorten vleermuizen die het gebied als jachtterrein gebruiken. De flora van de hogere planten bestaat uit algemene soorten van voedselrijke bodem. De mosflora is dé topper van het bos. Er komen meer dan twintig epifyten voor op de stammen van es, esdoorn en spaanse aak. Hieronder bevinden zich zeldzame soorten waaronder het glad kringmos en staafjesiepenmos.
In het rapport wordt aandacht besteed aan de mogelijkheden voor natuurontwikkeling.

download dit rapport (3.6 MB)

3d. Natuuronderzoek bosranden Westhoffbos en Liniedijk bij Spaarndam

3d. Natuuronderzoek bosranden Westhoffbos en Liniedijk bij Spaarndam

Ben Kruijsen

In 2010 en 2011 zijn bosranden van het Westhoffbos zodanig ingericht dat zich mantelvegetaties kunnen ontwikkelen. Wat heeft dat verder voor effecten voor de flora, broedvogels, macrovlinders en libellen? Dit rapport doet daar verslag van Ook worden de natuurwaarden van de Liniedijk anno 2011 beschreven.

download dit rapport (3.1 MB)

4a. Analyse nachtvlindergegevens Kaijadoe

4a. Analyse nachtvlindergegevens Kaijadoe

B.W.J.M. Kruijsen, A. Ehrenburg en J. Mourik, 2007.

Dit rapport beschrijft de analyses die zijn verricht aan de hand van de dataset van macronachtvlinders van Guus Kaijadoe. Deze analyses zijn als een apart hoofdstuk toegevoegd aan het eindrapport.
Zie verder het eindrapport hieronder.

download dit rapport (875.0 kB)

4b. Nachtvlinders van de Amsterdamse Waterleidingduinen

4b. Nachtvlinders van de Amsterdamse Waterleidingduinen

I.A. Kaijadoe, B.W.J.M. Kruijsen, A. Ehrenburg & J.Mourik, 2008.

Guus Kaijadoe beschrijft de biologie van alle waargenomen nachtvlinders in de periode 1965 tot 2002. Door de overige auteurs is de ecologie van ruim 400 macronachtvlinders geanalyseerd.
Belangrijke conclusies voor de periode 1968-1990 zijn:
de biodiversiteit onder nachtvlinders neemt af;
het aantal soorten gebonden aan vochtige/ natte vegetaties stijgt;
er zijn géén relaties met klimaatsveranderingen aantoonbaar.

download dit rapport (2.9 MB)

5a. Poster duincongres in Koksijde

5a. Poster duincongres in Koksijde

Ben Kruijsen,2005

Deze poster (A0-formaat) is gemaakt voor een posterexpositie op een duincongres in Koksijde, België. De poster behandelt de effecten van vernatting van valleien in de duinen bij Haarlem.

download dit rapport (1.6 MB)

6. Rapport over de natuur van Fort Benoorden Spaarndam en Munitiebos in 2007

6. Rapport over de natuur van Fort Benoorden Spaarndam en Munitiebos in 2007

Ben Kruijsen, 2007.

In 2007 zijn deze gebieden onderzocht op hun natuurlijke kwaliteiten. Beschermde soorten zijn niet aangetroffen, wel enkele rode lijst soorten zoals de Groene specht en waarschijnlijk komt ook de Boomvalk regelmatig als broedvogel voor. In 2007 is dat niet vastgesteld. De Rugstreeppad plant zich voort aan de westzijde van het bos, waarschijnlijk in de oostelijke oeverzone van de Westbroekplas. Botanisch is het bos niet erg interessant. Dat geldt wel voor sommige delen van het fortterrein. De laatste herbergt een groot aantal soorten nachtvlinders. Bij de dagvlinders is de aanwezigheid van de Argusvlinder het vermelden waard. De oostelijke oeverzone van het fort is door haar gevarieerde structuur nabij de brug relatief rijk aan libellen. Bij de fortgracht (aan de boskant) broedde in 2007 waarschijnlijk al de ijsvogel.
In het Munitiebos zijn jagende vleermuizen waargenomen. In de plofhuisjes zijn geen zomerkolonies waargenomen.
Het rapport gaat ook in op de mogelijke effecten van ingrepen waarbij (een gedeelte van) het bos wordt opgeruimd. Deze natuurtoets is beperkt tot het bos en het fort omdat in 2007 nog geen duidelijke plannen voor ingrepen bekend waren.

download dit rapport (1.1 MB)

7c. Onderzoek overwintering vleermuizen in Fort Benoorden Spaarndam en in het Munitiebos

7c. Onderzoek overwintering vleermuizen in Fort Benoorden Spaarndam en in het Munitiebos

Ben Kruijsen, 2008.

In december 2007 is er onderzoek verricht naar mogelijke winterverblijfplaatsen in het Fort Benoorden Spaarndam en in het Munitiebos. Verblijfplaatsen zijn niet aangetroffen in het fort en in de plofhuisjes in het Munitiebos. Er is een ruime steekproef van de plofhuisjes (21 stuks) onderzocht. Het fort heeft zeker potenties voor overwinterende vleermuizen.

download dit rapport (700.0 kB)

7d. Onderzoek ecologische winst door vrijwilligersbeheer in Hoofddorp

7d. Onderzoek ecologische winst door vrijwilligersbeheer in Hoofddorp

Ben Kruijsen

In 2011 is in opdracht van Landschap Noord-Holland een quick scan uitgevoerd naar de natuureffecten in een bloemrijk hooiland door het tien jaar durende beheer van vrijwilligers. In het onderzoek wordt vergeleken met een referentiegebied binnen Hoofddorp waarin géén vrijwilligersbeheer plaatsvindt. Het onderzoek richt zich in hoofdzaak op de kwaliteit en omvang van de biodiversitreit van planten, mossen, macrovlinders, libellen, vliesvleugeligen en andere insectengroepen. In dit onderzoek is samengewerkt met W.H.O. Ernst, emiritus hoogleraar vegetatiekunde en entomoloog. Hij nam diverse insectengroepen voor zijn rekening. Uit het onderzoek blijkt een grote winst voor de insectenfauna van het beheerde gebied.

download dit rapport (1.4 MB)

8a. De stuifkuil bij Wassenaar
Hoogtemetingen en vegetatie; juli 2012

8a. De stuifkuil bij Wassenaar Hoogtemetingen en vegetatie; juli 2012

Bas Arens, Ben Kruijsen en Siska Leek, 2012

Al enige tijd wordt een stuifkuil in de zeereep van duingebied Meijendel gevolgd via onderzoek naar de geomorfologische ontwikkeling. In 2012 is een meting in een serie van jaarlijkse metingen uitgevoerd. Na het meetjaar 2003 is de vegetatie in 2012 voor de tweede keer onderzocht en zijn ontwikkelingen geanalyseerd.

download dit rapport (1.0 MB)